Amsterdamsche Droogdok Maatschappij N.V.
De ADM werd opgericht op 4 september 1877 op initiatief van de Stoomvaart Maatschappij Nederland. Het werd gevestigd op een in 1878 aangekocht terrein aan de noordzijde van het IJ, waar een jaar later het eerste droogdok werd afgemeerd. In 1884 werd het terrein en een droogdok van een nabijgelegen werf aangekocht. Het bedrijf richtte zich geheel op het onderhouden, herstellen, verbouwen en verlengen van schepen.
De opening van de Middensluis in IJmuiden in 1896 betekende dat Amsterdam grotere schepen kon ontvangen en voor de ADM de bestelling van een nieuw en nog groter droogdok. De steeds grotere droogdokken die de werf in gebruik nam illustreert fraai de toename in de omvang van de schepen.
De ADM bescikte over de volgende dokken:
Koninginnedok [Dok 2] (1879, 4000 ton)
Koningsdok [Dok 1] (1884, 3000 ton, door aankoop)
Wilhelminadok [Dok 3] (1899, 7500 ton)
Julianadok [Dok 4] (1911, 12.000 ton, 1912 verlengd tot 16.500 ton, 1938 verkocht)
Hendrikdok [Dok 5, vanaf 1938 Dok 4] (1924, 25.000 ton)
Op 22 september 1944 werd het Hendrikdok, met daarin het Italiaanse schip XXIV Maggio, door een Duits Sprengkommando tot zinken gebracht. Het werd na de bevrijding gelicht, in eigen beheer hersteld en in 1950 weer in gebruik genomen.
Vanaf 1950 heeft de ADM ook vijftien jaar lang nieuwe schepen gebouwd. Omdat het bedrijf niet over scheepshellingen beschikte, gebeurde dit door de bouw van geprefabriceerde secties die in Dok 2 werden geassembleerd. De tewaterlating vond dan ook plaats door middel van een 'uitdokking': het vol laten lopen van het droogdok en uitvaren van het schip. In 1965 stopte de ADM met de nieuwbouw en richtte zich geheel op haar specialiteit: scheepsreparatie.
Omdat de werf in Amsterdam-Noord onvoldoende uitbreidingsmogelijkheden had, kocht de ADM in 1960 een terrein in het westelijk havengebied waar een tweede vestiging werd gebouwd. Op het terrein van 42 hectare verrezen een grote loods en een kantoorpand, aan het water werd een pier aangelegd. Naast de 'Werf Noord' ontstond zo de in 1965 in gebruik genomen 'Werf Westhaven', waarvoor het bedrijf zelf een nieuw Dok 5 bouwde.
De afdeling machinebouw nam lange tijd helft van de totale bezetting van de werf voor zijn rekening. Tot en met de Tweede Wereldoorlog werden alleen reparaties uitgevoerd, daarna ook nieuwbouw. Men bouwde stoomketels, stoommachines, dieselmotoren en gasgeneratoren, deels in licentie van bekende fabrikanten. De machinefabriek van de ADM hield zich ook bezig met de uiterst ingewikkelde constructie van sneldrukpersen voor drukkerijen.
Door de economische teruggang moest de ADM in 1978 het bedrijf sluiten en werd gedwongen te fuseren met de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij NV (NDSM). De reparatiewerkzaamheden van beide bedrijven werden ondergebracht in een nieuwe Amsterdamse Droogdok Maatschappij BV, de nieuwbouw in de Nederlandse Scheepsbouw Maatschappij BV (NSM). Ook deze combinatie was geen lang leven meer beschoren en in 1985 werd de ADM/NSM failliet verklaard.
Het terrein van de 'Werf Noord' werd bestemd voor woningbouw. De 'Werf Westhaven' werd in 1987 voor het eerst gekraakt, in 1992 ontruimd, in 1997 verkocht aan een speculant en opnieuw gekraakt.
Bronnen:
- J.A. Groen, 100 jaar ADM. Op de golven van een eeuw, Amsterdam, 1977
- A.D.M. Amsterdamsche Droogdok Maatschappij N.V., Amsterdam, 1952
- J. van Beylen e.a. (red.), Maritieme Encyclopedie. Deel I, Bussum, 1970, p. 69
- Wikipedia