INLEIDING
Tijdens mijn bezoek vorig jaar aan een groepsexpositie viel mij het werk van Caroline Bijl op. Als gevolg van de wisselwerking die ontstond tussen beeld en toeschouwer raakte ik er dermate bij betrokken doordat ik zelf in haar werk ging participeren. Noem het maar flarden van herbeleving van momenten uit een andere tijd. Dat was een merkwaardige en persoonlijke ervaring. Reden genoeg om haar als gastfotograaf uit te nodigen.
Intussen heeft de tijd niet stilgestaan en heeft Caroline zich verder ontwikkeld en ik heb haar daarom gevraagd om haar kijk op fotografie zelf te vertellen.

Peter Marcuse, Amsterdam 18 Juni 2011


ANDERS KIJKEN
Ik had al jong de neiging om 'anders' naar mijn omgeving te kijken dan de mensen om mij heen. Mijn oog viel vaak op alledaagse dingen of situaties waar anderen aan voorbij gingen. Ik fantaseerde daar van alles bij, had ook vaak vragen. Nieuwsgierig en verwonderd. Mijn 'nieuwsgierigheid', vragen en verwondering over andere mensen is mijn grootste drijfveer. Ik wilde altijd 'achter' het gezicht proberen te komen. Het is het naar buiten brengen van de vele vragen die ik aan mijzelf stel, proberen te doorgronden en steeds meer er achter te komen dat 'het' niet te doorgronden is. Dat die ander altijd een mysterie zal blijven, hoe goed ik die ander ook ken, hoe dicht ik er ook op zit.
Lang heb ik die behoefte kunnen voeden door me te verliezen in goede literatuur, muziek en kijken naar andere fotografen. Ik zocht voortdurend de herkenning. Daarnaast ben ik jaren werkzaam geweest in de hulpverlening aan psychiatrische patiënten, verslaafden en mensen die met justitie in aanraking kwamen. Ook in dat werk was 'nieuwsgierigheid' een belangrijke drijfveer. Nieuwsgierig naar wat die ander 'bezielt'? Een vraag die voortdurend bij mij opkomt.
In de loop der jaren is steeds meer de behoefte ontstaan om zelf beelden te creëren, sfeer vast te leggen en portretten te maken waarbij die zelfde vragen nog steeds een rol spelen.

Het moment waarop ik besloot een opleiding te gaan doen, was toen ik mij realiseerde dat fotograferen ook een vak is, waarbij 'gevoel' en motivatie alleen niet voldoende is. Kennis en beheersing van de mogelijkheden, kunnen kiezen voor bepaalde technieken, vorm en inhoud op elkaar kunnen afstemmen, mogelijkheden gebruiken of weglaten; het zijn naar mijn mening noodzakelijke voorwaarden om een beeld te kunnen maken. Of dat nu een portret of een illustratief beeld is.
Fotograferen is voor mij niet zozeer documenteren. Het is voor mij een manier van kijken.

Ik maak voornamelijk portretten en sferische beelden. Het portretteren is een manier van onderzoeken waarbij het portret iets over de ander maar ook iets over mij zegt. Op zoek naar herkenning, vertrouwdheid, maar ook aangetrokken door het onbekende, de vervreemding, de afstand. Het maken van een portret is voor mij een ontmoeting met de ander. Wie is die ander.

Daarnaast maak ik ook beelden van plekken, ruimtes die een gevoel bij mij oproepen. Lichtval speelt hierbij een grote rol, en vergankelijkheid is ook iets wat steeds terugkomt. Dat wat was.

Uiteindelijk wil ik portretten met stills gaan combineren.

Waaraan moet een foto voldoen?
Dat vind ik afhankelijk van het doel waarmee de foto is gemaakt.
Hoe meer een foto iets zegt over de relatie tussen fotograaf en hetgeen gefotografeerd is, en dat kan een persoon of een ding of een locatie zijn, des te interessanter wordt een foto voor mij. Als de relatie tussen fotograaf en gefotografeerde afwezig is, bijft de foto voor mij een afstandelijke registratie van een onderwerp en raakt het me niet snel. Hooguit ontstaat er een vorm van 'aapjes kijken'. Het onderwerp is dan even interessant, schokkend, mooi of uitdagend maar het raakt niet.
Uiteraard speelt mijn eigen focus op relaties, het (on)vermogen van de mens, zijn eenzaamheid en het voortdurende zoeken naar 'verlossing' een rol.

Ik gebruik momenteel alleen nog maar bestaand licht. Gebruik van flitslicht leidt teveel af.

Het selecteren van foto's is een voortdurend proces. Aanvankelijk bekeek ik foto's veel meer als op zich staande beelden, maakte ik ook meer op zich staande beelden. Momenteel zit ik in een overgang en richt ik mij meer op series. Wat niet wil zeggen dat een beeld soms goed op zichzelf kan staan. Maar mijn behoefte om 'verhaaltjes te vertellen' lijkt beter te lukken wanneer ik meerdere beelden bij elkaar breng. Soms vertellen twee foto's meer dan de twee beelden afzonderlijk. Een en een is drie.

Fotograferen is kadreren. Door iets niet of maar gedeeltelijk in beeld te brengen wordt de fantasie van de kijker geprikkeld, kan de kijker zelf de foto 'afmaken'. Soms suggereert een foto dat er iets buiten het kader gebeurt, wat een spannende foto kan opleveren.
Ik werk momenteel vrijwel alleen nog maar analoog en dan is snijden voor mij taboe. Ik wit dat het tot aan de rand van het negatief klopt, anders is de foto mislukt. Alleen als de film geslipt is en er soms een deel dubbel belicht is, wil ik nog wel eens wegsnijden, maar eigenlijk moet de foto dan gewoon opnieuw gemaakt worden.

Ik heb geen boodschap naar de kijker. Als mensen geraakt worden door een foto, omdat ze hem mooi vinden, omdat ze er iets in herkennen, vind ik dat al heel wat.
Anders ligt het bij foto's die toepasbaar zijn. Dan is het gewoon prettig als ze voldoen en een toegevoegde waarde hebben, als illustratie of omdat het een goed portret is.

Herinneringen kunnen een rol spelen. Maar de herinnering wordt gekleurd door de situatie van hier en nu. Plaatsen uit mijn jeugd confronteren mij met vergankelijkheid, met verandering, met nietigheid. Plaatsen of mensen uit het verleden zijn aanjagers voor gevoelens die hier en nu gevoeld worden.

Tot voor kort fotografeerde ik alleen maar z/w maar heel langzaam laat ik kleur toe. Het zullen echter altijd gedempte, rustige kleuren zijn. Portretten hebben nog steeds mijn voorleur in z/w maar een klein experiment in kleur is ook leuk en spannend.

Caroline Bijl, Amsterdam 12 Juni 2011

Zie ook
www.caroline-bijl-fotografie.nl