De zeeslag in de Java Zee

Deze week herdenken wij in Nederland de slag in de Java Zee. De ondergang van de Nederlands-Indische vloot op 27en 28 februari 1942 betekende het begin van het einde van het Nederlandse tijdperk in Indonesië.

Een gecombineerde vloot met schepen van de Nederlandse, Britse, Amerikaanse en Australische marine stond onder bevel van schout-bij-nacht Karel Doorman.
Deze probeerde een van de twee Japanse landingsvloten, die van de Filipijnen onderweg waren naar Java, tegen te houden.
De landingsvloten werden door een eskader van de Japanse keizerlijke marine beschermd. Op de eerste dag probeerden bommenwerpers vanaf Java de Japanse vloot aan te vallen, maar zonder succes.

De slag is altijd omgeven door mythologie. Zo zou de Nederlandse vloot verouderd zijn. Dat zou komen door de gebroken geweertjesmentaliteit.
De lichte kruiser De Ruyter was echter van 1936. Andere schepen waren ouder.
Er waren ook moderne onderzeeboten bij, en een Amerikaanse en Australische zware kruiser.
De Nederlandse schepen waren echter niet gebouwd om te strijden tegen de zware kruisers van de Japanners. Ze waren voor een ander doel; lange afstandspatrouilles.
Het waren vooral het verschil in de zwaarte van het kaliber, de reikwijdte van het geschut en torpedo’s en de betere training en verbindingen van de Japanners die de doorslag gaf.
Bovendien hadden de Japanners een goede luchtverkenning, iets wat de geallieerden ontbeerden omdat een deel van de luchtmacht al verloren was gegaan.
Verder had de geallieerde vloot nauwelijks gezamenlijk geoefend. Het befaamde sein van Doorman “All ships follow me” was in feite het antwoord op het ontbreken van goede verbindingen. Het was een signaal om de tegenaanval voort te zetten nadat de torpedobootjager Kortenaer was gezonken en de Britse lichte kruiser Exeter ernstig was beschadigd. Want toen de beschadigde Exeter afdraaide uit de kiellinie ontstond verwarring. Het befaamde sein van Doorman diende slechts om die verwarring op te heffen.

Bij deze zeeslag verloren de geallieerden 1000 man, waaronder 900 Nederlanders. De Japanners verloren 10 man.
De kruisers De Ruyter en Java en de torpedobootjager Kortenaer gingen ten onder. De Australische, Engelse en Amerikaanse schepen die bij de zeeslag ontkwamen, werden binnen enige dagen alsnog door de Japanners in de grond geboord waarbij nog eens zo’n 1000 man om het leven kwamen.
Een andere mythe was dat viceadmiraal Helfrich, de commandant van ABDACOM, Doorman welbewust de dood in heeft gejaagd door hem tegen een Japanse overmacht ten strijde te sturen. Maar uit luchtverkenningen leek men te kunnen opmerken dat de invasievloot slecht een licht marine escorte had.
Achteraf was er geen strategie te bedenken waarbij er een andere uitkomst zou zijn geweest.
De bekende Engelse schrijver van studies over de oorlog, Max Hastings, wijdde in zijn recente overzicht van de geschiedenis van de tweede wereldoorlog minder dan een bladzijde, van de 675 pagina’s in zijn boek, aan de slag in de Java Zee, maar des temeer aan de val van Singapore .

Betekende de slag in de Javazee het begin van het einde van het Nederlandse koloniale rijk, de val van Singapore had op termijn hetzelfde effect voor het Britse rijk. Ook de val van Singapore is omgeven met veel mythes. Zo zouden de kanonnen op de marinebasis slechts in de richting van een invasievloot op zee kunnen schieten. De waarheid is dat de meeste kanonnen 360 graden konden draaien en ze hebben gedaan waarvoor bestemd waren, een Japanse landing uit zee verhinderen. Een probleem was dat munitie vooral was bedoeld om het pantser van oorlogsschepen te doorboren. Het was wat minder effectief tegen grondtroepen.

Het was de Britten duidelijk dat als ze Singapore vanaf de landzijde wilden verdedigen, de defensielijn ver voorwaarts in Malakka (Maleisië) moest liggen, ter hoogte van de grens met Thailand. Daarvoor was een operatie Matador voorzien. Maar de daarvoor benodigde vliegtuigen, tanks en manschappen ontbraken.
Churchill had ze nodig in het Midden-Oosten. Het plan Matador, dat o.a. het bezetten van een deel van Thailand omvatte, werd niet in werking gezet. Toen de landingen op de kust van Maleisië van uit het reeds bezette Thailand begonnen, was het Brits-Indische leger en de Australische troepen eigenlijk al kansloos.
Enige dagen na Pearl Harbour, op 10 december 1941 waren het moderne Engelse slagschip Prince of Wales (1939) en de oudere slagkruiser Repulse (1916) al door Japanse vliegtuigen in de grond geboord. Dit betekende het begin van het einde van de rol van het slagschip in de oorlogsvoering ter zee. De Japanse invasie van Malakka begon op Kerstmis 1941. Hoewel de Japanners minder manschappen hadden, hadden zij betere luchtsteun en ondersteuning met gepantserde voertuigen. Bij hun opmars door de jungle gebruikten de Japanners lichte tanks en fietsen. De jungle bleek minder ondoordringbaar dan de Engelsen dachten. Grote legeronderdelen desintegreerden. Hoewel de Engelsen de verbinding tussen het eiland Singapore en het vasteland hadden opgeblazen werd Singapore snel ingenomen. Op 8 februari begon de invasie vanaf het vasteland en op 15 februari gaven de Britten zich over.

Er waren al talloze Japanse oorlogsmisdaden geweest, zoals het uitmoorden van een groot deel van de patiënten en staf het Alexandra ziekenhuis op 14 februari. Later zouden in de Sook-Ching massamoord zo’n 50000 tot 100000 Chinezen uit Singapore worden vermoord. Ook elders zouden de Japanners systematisch wreedheden begaan. Niet als uitwassen van een oorlog maar als onderdeel van een gewelddadige militaire cultuur, een racistische superioriteitswaan en het gebruik van wreedheid als afschrikkingsmiddel. Massamoord, massaverkrachting en plundering waren onderdeel van het repertoire van het Japanse leger. Moord op weerlozen zoals baby’s, kinderen en bejaarden was geen uitzondering.

Berucht was the “rape of Nanking” in 1937. Na de val van deze belangrijke Chinese stad werden 20000 Chinese vrouwen verkracht en meestal vermoord. In totaal werden na de val van de stad 300000 Chinezen vermoord. Er werden 57000 Chinese krijgsgevangen vermoord door ze in de Yangste te gooien, op te blazen met landmijnen of ze in brand te steken met benzine.
Deze wreedheid strekte zich later ook uit tot de geallieerde krijgsgevangen, waarvan 30% de oorlog niet zou overleven. Dit tegen 4% van de geallieerde krijgsgevangen in nazi Duitsland (dat gold overigens niet voor Russische krijgsgevangenen). In China werden ongeveer 4 miljoen mensen vermoord en in totaal 10 miljoen mensen sterven als gevolg van Japanse oorlogshandelingen.
Een bekende oorlogsmisdaad was de dodenmars op Bataan in de Filipijnen, een vroeger Amerikaanse kolonie, waarbij tussen de 5000 en 10000 Filippino’s en zo’n 600 Amerikanen omkwamen.
Ook in Nederlands-Indië vonden verschillende bloedbaden plaats zoals op Banka, bij Laha en bij Tarakan.

De Japanners nemen nog altijd niet de verantwoording voor veel van deze oorlogsmisdaden. Het nog steeds ontkennen van de bijvoorbeeld “The rape of Nanking” door sommige Japanners zet de Chinees-Japanse relaties soms onder druk. Ook de “troostmeisjes”, vrouwen die gedwongen werden serieverkrachtingen te ondergaan in Japanse legeronderdelen, hebben nooit erkenning van hun leed gekregen.

De val van Singapore en de slag in de Java Zee vormden de inleiding van de ontmanteling van het Britse en het Nederlandse koloniale rijk.
Achteraf is te zien waarom de Japanners zo succesvol waren. Amerika en Nederland dachten dat met hun neutraliteitspolitiek hun belangen het beste gediend waren.
De Britten kozen voor hun empire. Ze werden door de Japanners ruw uit hun dromen gewekt. Het is ironisch dat het slagschip Prince of Wales, dat ook had deelgenomen aan de jacht op de Bismarck, in augustus 1941 Churchill naar een conferentie in Placentia Bay in Newfounland bracht. Churchill en Roosevelt ondertekenden daar het Atlantic Charter. Hier werden de idealen en doelen voor een wereld na de overwinning op Duitsland, Italië en Japan vastgelegd: vrijheid, zelfbeschikkingsrecht, bescherming van leven have en goed, vrijhandel, een vrije zee etc. Het was een van de eerste stappen op weg naar de Verenigde Naties.

Jur Kingma
noten:
-Dr. Ph.M.Bosscher, “De Koninklijke Marine in de tweede wereldoorlog. Deel 2 (Franker, 1986) 285.
-Max Hasting, “All hell let lose. The world at was 1939-1945.” (London, 2011) 217

-Informatie op het internet:
http://www.microworks.net/PACIFIC/battles/java_sea.htm
http://ahoy.tk-jk.net/macslog/BattleoftheJavaSeainwhich.html
http://www.dutcheastindies.webs.com/java_sea.html